De geboorte van een boek
De geboorte van een boek
18 april 2019
Het is gelukt! Mijn debuutroman met de titel Entre Nous (Onder Ons) is af, en ja, er zal misschien nog een foutje in staan en natuurlijk zullen er mensen zijn die kritiek hebben, maar wat ben ik blij.
Tien jaar geleden was ik nog advocaat en mediator en dacht ik dat dit altijd zo zou blijven. Het liep anders. In september 2009 werd ik van de ene op de andere dag ziek en na maanden onderzoek werd de diagnose ME/CVS gesteld, een chronische ziekte waar nog geen medicijn voor bestaat. Dat dit zomaar kon gebeuren, zonder dat je het had zien aankomen, was voor mij onbegrijpelijk. Mijn motto “willen is kunnen”, werkte niet meer. Nadat vrijwel alle reguliere en alternatieve therapieën nauwelijks resultaat hadden opgeleverd, realiseerde mij dat ik iets moest doen om er niet ook mentaal aan onderdoor te gaan.
De liefde voor mijn gezin was een goede drijfveer om daarvoor te vechten. Ook ben ik gezegend met een paar goede vriendinnen bij wie ik altijd mijn verhaal kwijt kan. Vriendinnen met wie ik alles kan delen in, wat ik een “entre nousje” noem. Onder ons gezegd en gezwegen dus. Ik realiseerde me dat ik ervoor wilde zorgen dat ik ook nog iets leuks te vertellen had. In plaats van te bedenken wat ik allemaal niet meer kon, ging ik dus op zoek naar wat ik nog wèl kon.Ik kwam erachter dat ziekte ook gelegenheid geeft tot reflectie en ik ging nadenken over alle diepgaande gesprekken die ik met mijn cliënten had gevoerd over hun relaties. Hadden bepaalde echtscheidingen voorkomen kunnen worden, welke thema’s kwamen er in de gesprekken steeds terug? Ik heb dit verder uitgewerkt en geef nu op kleine schaal lezingen met praktische direct toepasbare tips voor over hoe je een relatie op lange termijn goed houdt.
Omdat mijn energie niveau wisselt, was het geven van lezingen niet altijd haalbaar. Ik zocht dus verder naar mogelijkheden. Ik kwam erachter dat Renate Dorrestein ook ME had en zij dat zij daar het boek “Heden ik” over heeft geschreven. Aha, dacht ik. Schrijven kun je doen op momenten dat je energie hebt en als je op een verjaardag bent, is het ook leuk als je kunt zeggen dat je aan een roman werkt in plaats van de hele tijd te moeten uitleggen wat ME is, of waarom je niet meer werkt. Ik had al eerder veel plezier beleefd aan het schrijven van een paar kinderverhaaltjes, dus waarom zou ik niet eens onderzoeken of ik ook een roman kon schrijven. Of ik die roman uiteindelijk ook zou uitgeven of alleen voor mezelf zou houden, was op dat moment niet belangrijk. Ik ging nadenken over het onderwerp.
Renate Dorrestein had al uitstekend verwoord hoe het is om ME te hebben, daar kon ik niks meer aan toevoegen. Bovendien wilde ik met het schrijven vooral even een mentale vakantie van mijn eigen sores.Een feelgood roman zou het dus worden want ik wilde er zelf blij van worden. Inspiratie haalde ik uit dingen die ik leuk vond (kunst, paarden en lekker eten) en uit mijn advocaten verleden, alleen nèt even anders. Ik liet mijn hoofdpersonen dingen doen waar ik zelf te braaf voor ben en verzon een paar aardige problemen. Wat zou je doen als je juridisch gezien bijna kansloos was in een echtscheidingsprocedure? Wat nou, als je de zaak eens totaal van een ander kant zou benaderen? Met dat soort vragen begon het. En met dingen die ik toevallig hoorde of zag, terwijl ik nadacht over wat ik wilde schrijven. Zo hoorde ik bij een stokoude herhaling van “Married with Children” Peggy Bundy tegen een vriendin zeggen dat mannen een constructiefout hadden waardoor, als mannen een verleidelijke vrouw zagen, het bloed uit hun hersenen stroomde. Ik besloot dat dat wel een leuk thema zou zijn voor de hoofdpersoon Fenna.
Verder las ik in de wachtkamer van een ziekenhuis in het maandblad Linda een artikel over gigolo’s. Ik besloot een tweede hoofdpersoon, de keurige Anne Fleur, hier eens mee aan de slag te laten gaan.
Mijn derde hoofdpersoon, kunstenares Joyce, past niet in een hokje en geeft schilderles aan een paar karaktervolle bejaarden. De oudjes in het boek en diva Loulou zijn onder andere gebaseerd op mijn eigen oudtante Ien, een paradijsvogel die op haar 92enog een cursus Russisch ging volgen omdat er “zo’n heerlijke Russische balletdanser in haar appartementen complex was komen wonen.”
Ik volgde een schrijfworkshop bij Simone van der Vlugt en ging aan de slag. Soms begon er tijdens het schrijven van de roman in mijn hoofd ineens een film te lopen en gingen de personages voor mijn gevoel echt leven. Heerlijk was dat, ik zat dan in gedachten echt in een andere wereld.
Het schrijven ging echter niet altijd vanzelf en omdat er geen deadline was en mijn energie wisselde, lag het manuscript soms ook langere tijd in een kast. Dat het verhaal ook daadwerkelijk af is gemaakt, heb ik te danken aan Harm Jan Korthals Altes, die mij na een toevallige samenloop van omstandigheden actief gecoacht heeft om het verhaal tot een goed einde te brengen.
Het schrijven van deze roman heeft mij door moeilijke periodes heen geholpen. Ik heb gekozen voor een zonnige locatie in Zuid Frankrijk waar ik zelf al eerder was geweest. Daardoor had ik bij het schrijven soms een heerlijk vakantiegevoel, zelfs als het buiten pijpenstelen regende.
Ik hoop dat ik dat gevoel ook over kan brengen op de lezer want het enige doel dat ik heb met deze roman is dat mensen plezier beleven aan het lezen ervan. Een kleine vakantie van dagelijkse beslommeringen en hopelijk even lachen over hoe de hoofdpersonen hun problemen oplossen. Deze debuutroman is het bewijs dat je bij problemen niet bij de pakken neer moet gaan zitten maar vooruit moet kijken. Er is meer mogelijk dan je denkt, al is het alleen maar in je eigen gedachten.
Ik heb de roman laten redigeren door het Haags Bureau en mijn zusje Floortje Ingen Housz maakte de coverfoto. Van een paar uitgevers kregen we vervolgens te horen dat het voor uitgevers “juist een handicap zou zijn dat het boek al zover af was” en dat het ons nooit zou lukken het boek voor 21 april, Pasen, op de markt te brengen. Mijn man Robert en ik zagen dat anders en wij houden wel van een uitdaging. Ik heb een naam voor een uitgeverij bedacht: Heart for Books en ik heb een logo ontworpen. Robert heeft verder alles geregeld wat er bij het oprichten van een uitgeverij en het uitgeven van een boek komt kijken en daar ben ik hem heel dankbaar voor want dat had ik zelf niet gekund.
Het boek is 16 april gedrukt en afgewerkt bij drukkerij Wilco in Amersfoort. Vier dagen vóór Pasen dus, het is ons gelukt. We waren erbij toen het eerste boek daar van de band rolde en dat was een magisch moment. Ineens hield ik iets tastbaars vast van alles wat daarvoor alleen in mijn hoofd bestond. De geboorte van mijn boek was ook een soort wedergeboorte van mezelf. Ik heb nog steeds ME/CVS maar het is de ziekte niet gelukt mij er ook mentaal onder te krijgen. En nu heb ik de smaak te pakken. De eerste hoofdstukken van een tweede roman zijn al geschreven, want nu ik eenmaal de onbegrensde mogelijkheden van mijn fantasie hebt verkend, en ik mijn verhalen kwijt kan in onze eigen uitgeverij wil ik niet meer stoppen. Het enige is, dat we mijn schrijfsels wel nog moeten verkopen want anders krijgen de doemdenkers toch nog gelijk.
Entre Nous is vanaf 18 april 2019 zowel als paperback als in e-bookvorm bestelbaar bij de boekhandels en bij bol.com. Ik wens jullie veel leesplezier en hoor graag wat jullie ervan vinden!